Wanhoopsbericht 2020

Bericht van 6 april 2020 houdende mijn gevoelens betreffende de COVID-19-pandemie en alles daaromtrent (Wanhoopsbericht 2020).

Ik, een eenvoudig individu in complexe tijden, in normale omstandigheden ook al worstelend om rond te komen, gezond van lijf en leden maar wel met familieleden die al wat ouder zijn enz. enz. enz.

Gelet op alles wat ik lees in kranten, op de RIVM-website en op nieuwssites.

Gelet op alles wat ik hoor op televisie en op andere plekken.

Overwegende dat scholen zijn gesloten, drink- en eetgelegenheden zijn gesloten, sportfaciliteiten zijn gesloten, gokpaleizen zijn gesloten, bordelen zijn gesloten, zo’n beetje iedereen thuis probeert te werken en het normale dagelijks leven tot stilstand is gekomen.

Overwegende dat ziekenhuizen volstromen met zwaar zieke COVID-19-patiënten en dat het aantal IC-bedden begrensd is.

Overwegende dat ik een sterke behoefte voel om mijn gevoelens over wat er nu gaande is op een of andere manier te ordenen.

Deel iedereen die het wil lezen het volgende mede:

Artikel 1
In dit bericht wordt, tenzij jij er anders over denkt, verstaan onder:
– Angst: een instinctieve emotie gericht op lijfsbehoud door te vluchten of door juist te verkrampen tot een standbeeld;
– Hoop: een blind geloof dat het uiteindelijk toch nog goed komt;
– Illusie: een idee waarvan wij weten dat het onzin is, maar waaraan wij toch vasthouden, omdat het leven anders ondraaglijk is;
– Onrust: een gemoedstoestand die nog het meest lijkt op zwerfvuil dat je niet kan opruimen omdat de wispelturige wind het steeds een andere kant op waait;
– Wanhoop: het gevoel van een piloot op een vliegtuig zonder parachutes op het moment dat de stuurknuppel breekt terwijl beide motoren ook al zijn uitgevallen.

Artikel 2
Wij blijven dagenlang binnen vanwege:
a. de groepslogica van de pandemiebestrijdingsmaatregelen; en
b. de angst voor de ruiter op het vaalgele paard.

Artikel 3
Met liters wodka, wijn of whisky blussen wij de onrust in ons hart over:
a. wanneer:
– de eerste van onze kennissen zal worden meegenomen door de man met de zeis;
– wij zelf de soldaatjes van de dood in onze longen zullen krijgen.
b. wat de ruiter met de weegschaal ons na (of later in) de pandemie zal brengen:
– hebben wij dan nog genoeg centen om het dak boven onze hoofden te betalen?
– zijn onze ouders er dan nog, om op terug te vallen?

Artikel 4
1. Met levenservaring krimpt de illusie het eigen lot te kunnen sturen.
2. De illusie uit lid 1 is zich nu versneld aan het versmallen.
3. Ik voel mij machteloos om iets aan lid 2 te doen.

Artikel 5
In afwijking van artikel 4 heeft het weinig zin om, als wolken de sterren versluieren, je blind te staren op de breedtegraden van een zeekaart.

Artikel 5a
1. Boven de wanhoop staat geheid de kracht van hoop.
2. Lid 1 stelt ons gerust

Artikel 6
Dit bericht treedt met terugwerkende kracht in werking op een moeilijk te duiden moment toen wanhoop het van hoop begon te winnen.

Artikel 7
Dit bericht wordt aangehaald als: Wanhoopsbericht 2020.

Uitgegeven de zeventiende april 2020.

Een mens,

R. Kerkhof

Nota van toelichting

Algemeen deel

Net als veel anderen, kreeg ik door de COVID-19-pandemie een sterke behoefte om mijn gedachten en gevoelens te uitten in poëzie.

Dit leidde voor het eerst tot een gedicht op 16 maart 2020. Op die dag gingen de scholen dicht en de hamsterwoede voor toiletpapier was volop in het nieuws. Verder waren veel mensen bang voor een exponentiële groei van het aantal doodzieken. 

In een flits schreef ik het volgende elfje:

leeg
de scholen
en de winkelschappen
maar wel volle ziekenhuizen
COVID-19

Ik had het idee de essentie van dat moment in elf woorden te hebben gevangen. Daar was ik blij mee en ik deelde het elfje op Facebook.

Echter als sensitief persoon was ik nog niet klaar met het coronavirus. Er rommelden in mijn ziel nog teveel gedachten en emoties die nog geen plaats hadden gevonden.

Daarom ging ik losse flodders verzamelen in het kladblok op mijn smartphone: hele en halve versregels, rijmwoorden, alliteraties, mogelijke metaforen et cetera. Tegelijkertijd schoof ik heen en weer met deze snippers en waar nodig paste ik een woord of zinsnede aan.

Op die manier zocht ik lange tijd naar een goede vorm. Een deel van de losse fragmenten kon ik uiteindelijk kwijt in een sonnet dat begin april zijn definitieve vorm kreeg:

Wachtend op aanraking

Als een virus met een heiligennaam
zich snel verspreidt van staat tot staat
kijk jij vanaf twee hoog uit jouw raam
naar mij die toch de straat op gaat.

Jij ziet mij naar de supermarkt gaan
met een Albert Hein-tas in mijn hand.
Voor de winkel ga ik in een rij staan
waar krijtstrepen zorgen voor afstand.

Dan zie ik jou van boven naar mij staren
en ik zou jou graag ontmoeten, maar
die hoop moet ik voor nu laten varen,
want wij kennen beiden het gevaar.

Als jij en ik deze tijd overleven,
dan zal ik jou een fijne knuffel geven.

Voor een ander deel van de snippers kreeg ik opeens het idee om gebruik te maken van het sjabloon van een wetstekst.

Dit idee kwam bij mij op toen ik een aantal thematisch bij elkaar horende flarden in één opsomming had verzameld. Het gaat om de opsomming waarvan je het bewerkte eindresultaat terugziet in artikel 3 van dit bericht.

De vorm van deze opsomming deed mij sterk denken aan wat ik vaak tegenkom in de wetten, AMvB’s en regelingen die ik lees voor mijn werk bij de Sdu. 

Volgende stap was het sjabloon van een wettekst te pakken en dit in te vullen met mijn gedachten en gevoelens rondom de COVID-19-pandemie en alles daaromtrent. Dit ging verrassend snel. Op 6 april 2020 was het bericht min of meer af. Hierna was het vooral een kwestie van herschrijven.

Bij dat herschrijven bedacht ik een metafoor die ik uiteindelijk geen plaats kon geven in dit bericht. Deze metafoor heb ik uitgebreid tot een soort van allegorie. Hierdoor ontstond het volgende vrije vers:

Matroos op de Covid XIX

Al weken vaart ons schip
in onbekende wateren
zonder land in zicht.

Onze scheepsmaten raken
een voor een
bedlegerig van de scheurbuik.

Wanneer is het onze beurt?

Jij hoopt
dat wij snel een kust vinden
met vers water en sappige vruchten.
Ik hoop dat ook.

Zullen jij en ik ooit
onze thuishaven weerzien?

Op het moment dat ik dit bericht en bovenstaande vrije vers schreef, was het nog onduidelijk of de genomen maatregelen tot het gewenste effect zouden leiden. Deze onzekerheid zie je terug in het gevoel dat ik met beide teksten wilde oproepen. Ik hoop dat ik daarin ben geslaagd.

Verder denk ik dat dit bericht, het vrije vers, het sonnet en het elfje elkaar mooi aanvullen. Bij elkaar vormen zij een rond geheel. Althans, dat vind ik zelf. Of jij dat als lezer ook vindt, kan ik als schrijver natuurlijk niet afdwingen.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Dit artikel bevat enige definities die gelden voor dit bericht en alleen voor dit bericht. Enige overlap met definities uit het woordenboek of definities van anderen berust op puur toeval.

Artikel 2

Een keuze is zelden alleen rationeel of alleen emotioneel. Dat geldt ook voor de keuze van thuisblijven om de verspreiding van het coronavirus af te remmen. Bijna iedereen snapt de logica van ‘social distancing’, maar de angst voor besmetting helpt zeker mee om gehoor te geven aan de oproep om afstand te houden. 

De genoemde ruiter in lid 2 verwijst naar één van de ruiters van de Apocalyps. In dit artikel gaat het om de ruiter die in het genoemde Bijbelboek symbool staat voor ziekte en dood. Dit heb ik wel moeten opzoeken. Ik ben nu eenmaal niet zo Bijbelvast.

In artikel 3 rijdt nog een andere ruiter van de Apocalyps het bericht binnen.

Artikel 3

In tijden van onzekerheid en ellende gaat het gebruik van verdovende middelen omhoog. Dat zal niemand verbazen. Dit artikel gaat echter niet zozeer over het drugsgebruik an sich, maar meer over de onderliggende angsten en onzekerheden. 

Ook in dit artikel speelt een ruiter van het Bijbelboek Apocalyps een rol. Hier gaat het om de ruiter die symbool staat voor honger en oneerlijke handel. Sinds de VVD aan de macht is, rijdt deze ruiter incognito al door Nederland, maar dankzij COVID-19 kan hij nu echt zijn macht tonen.

Artikel 4

Ik weet niet welke toelichting hier zinvol zou zijn.

Artikel 5

Dit artikel heb ik als laatste toegevoegd aan het bericht. Het artikel is noodzakelijk om na artikel 4 het bericht weer in evenwicht te brengen.

Artikel 5a

Nadat hij dit bericht had gelezen, deed dichter Frans Terken op 26 april 2020 een suggestie voor een extra artikel. Ik vond het een goede suggestie en daarom heb ik een nieuw artikel toegevoegd aan dit bericht.

Artikel 6

In mijn leven zijn er zelden momenten dat vanuit het niets een emotie mij volledig overvalt.

Soms is er een aanloopperiode waarin een gevoel als magma steeds meer druk uitoefent tot de vulkaan uitbarst. De emotie komt dan vrij in een ongecontroleerde huilbui of een woedeaanval.

Echter bij mij is het vaker zo, dat de magma net onder een dunne laag steen blijft borrelen en nooit helemaal aan het oppervlak komt. Dan heb ik de poëzie nodig om een gat door de steenlaag te boren om de onderliggende emotie goed te kunnen zien. Er is dan geen exact moment aan te wijzen waarop de emotie ontstond.

Dat was ook het geval bij de wanhoop die ik begon te voelen toen ik mij steeds beter bewust werd van de ernst, de omvang en de impact van de COVID-19-pandemie. Met dit bericht heb ik voor mijzelf deze wanhoop een plek kunnen geven.

Artikel 7

Wanhoop is van alle tijden, maar de oorzaken kunnen verschillen. Daarom heb ik het jaartal toegevoegd. Dit bericht gaat over wanhoop anno 2020 en niet over wanhoop anno 1919, hoewel er waarschijnlijk een grote overlap zal zijn, aangezien in dat jaar een andere pandemie de wereld in haar ban hield.

De bezorgde lezer kan ik overigens geruststellen. Door de wanhoop in dit bericht te verwoorden, is hij gekrompen tot iets dat kracht geeft in plaats van het leven te verlammen.